goudblond zoals dat van een tripel mag verwacht worden, gesluierd ook en bekroond met een mooie schuimkraag
Hop, hop en nog eens hop, tot nog toe de meest hoppige tripel uit de tasting. Na enig walsen met het glas komt ook nog wat onrijpe fruitgeuren vrij.
De smaak is zeer intens, met meer bitter dan mout. Droog, fris en volmondig ook. Eigenlijk zijn hop en mout hier niet echt in balans, maar balans is in deze geen dictaat. De afdronk is kurkdroog en vloeit langzaam uit, maar blijft lang hangen op het gehemelte.