Ingenieur, architect en brouwer. Al die disciplines excelleren bij Jan Toye. Hoeveel eigendommen van de brouwerij tekende hij zelf tot café? Denk ook aan megaprojecten als Horta Café in Antwerpen, Belga Queen in Brussel en Gent, de renovatie van het Kasteel Diepensteyn, de total makeover van de Rodenbach-site....hij kan het niet laten. Maar bier in zijn vier gistingswijzen is zijn echte passie. En daarover gaat dit interview.
Wel, in de eerste plaats geloven we in een totale ombuiging, we zijn het beu om achteruit te gaan. Daarom doen we een aantal strategische investeringen dit jaar. We brengen Palm vanaf mei in een nieuwe 33cl-fles en in een nieuwe krat met niet minder dan vijf ‘soft touch” handvatten. Ook de look van het etiket werd krachtiger gemaakt. Ook de vaten worden volledig vernieuwd, van 30 liter naar gebruiksvriendelijke, moderne 20 liter-cylinders, overigens al met succes geintroduceerd op de Nederlandse markt. Dit is samen goed voor tien miljoen euro investeringen. En dan praten we nog niet van de nieuwe communicatiecampagne, volledig opgebouwd rond authenticiteit en onthaasting, met de passie voor echtheid en pure rasbieren. De rasacteur Wim Opbrouck moet dit alles dragen.
Ja, met de verzoeting van de laatste jaren hebben we duidelijk geen succes gehad. We sloegen hier de bal mis. We zijn nu teruggekeerd naar de Palm van de jaren tachtig, uw tijd, misschien is hij nog een beetje bitterder geworden dan toen.
We willen van een mono-niche naar een multi-niche brouwerij. We zijn te lang een monoproduct brouwerij geweest, en dat maakt je kwetsbaar. Vandaag hebben we dertig projecten rond nieuwe producten in de pijplijn zitten. Alles draait om innovatie. We gaan nu niet het zevenendertigste abdijbier of het vijftiende sterke blond-bier brouwen, nu deze bieren toevallig in de lift zitten.
Ja, en we hebben serieus geinvesteerd. De raad van bestuur werd uitgebreid met twee externe bestuurders, waaronder Frank Meysman, die ik aan niemand in België nog moet voorstellen. Als CEO trokken we Jan Vandenwyngaerden aan, een Master Marketeer die zijn waarde voldoende bewezen heeft in het verleden. Zijn eerste opdracht is innovatie, dat zegt toch alles!
De reden dat we nog niet veel betekenen in export is misschien wel dat het product niet speciaal genoeg is voor de export. Rodenbach is dat zeker wel ( nvdr won de Gold Medal in Seattle, Redbach ook), ook de Brugse Tripel en Blond hebben duidelijk potentieel, en we werken aan heel wat nieuwe bieren.
Zo zou je het kunnen zien. Daar horen we te staan. En we moeten het segment trekken, dat is onze rol. We hebben ook nog een strijdpaard Palm Royale, die “e” is ook nieuw toegevoegd, het bier wordt geherlanceerd in België en tevens geintroduceerd in Nederland, als zwaardere line-extension van Palm Spéciale.
BPM: Palm Breweries vertegenwoordigt en produceert direct of indirect de vier gistingsmethodes, wat u wel uniek maakt in het Belgische bierlandschap. Vind u dat deze authentieke brouwstijlen voldoende beschermd zijn?
(nvdr: Lage en Hoge gisting (site Steenhuffel en Kielce, Polen), Spontane gisting (site Boon-Lembeek), Gemengde gisting (site Roeselare)
Helemaal niet, en ik werk achter de schermen hard aan een Hoge Raad die met vertegenwoordigers van de brouwers, de overheid, de pers die die brouwstijlen beschermt. Geuze, Spéciale Belge, Westvlaamse zure bieren, authentiek Belgisch Wit....ze zijn toe aan een degelijke bescherming. We worden anders wereldwijd gecopieerd en de consument weet niet meer waar het origineel vandaan komt. Ik vrees dat we dit buiten de federatie moeten realiseren, want die slaagde er niet in om dit te doen. De 60% lidmaatschap van InBEv, weet je. Dit staat niet hoog op hun agenda. Het is trouwens niet alleen de bescherming, we moeten er ook over communiceren. Het is ons erfgoed.
Veel succes met uw plannen!