150 jaar Chimay trappistenbier

150 jaar Chimay trappistenbier

Bierpassie staat stil bij deze belangrijke verjaardag. Een bezoek aan de abdij en brouwerij en een tasting van de bieren drong zich op. Het werd een onvergetelijke dag in het gezelschap van twee dynamische medewerkers die er vandaag het mooie weer uitmaken, al willen ze het woord “marketing” niet in de mond nemen. 

We begrijpen waarom. Hoe ga je om met een biergamma dat zo’n lange traditie torst. Met heel veel respect en omzichtigheid. Zowel oudgediende Jérôme Goffinet als nieuwkomer Wim Verschueren (zie foto hiernaast) begeleiden me op deze hoogdag in het Bierpassie-jaar.

Geschiedenis

Als voorbereiding nam ik het jubileumboek ter hand, geschreven door Francis Groff en Marcel Leroy. We lezen er hoe een delegatie paters van de abdij van St. Sixtus (zie verder artikel in dit nummer) in 1850 de abdij stichtten en er het eerste bier (bruin natuurlijk) brouwden in 1862. De cirkel wordt dit jaar gesloten met het onovertroffen Spéciale Cent Cinquante, waarvan we gelukkig enkele flessen konden bemachtigen. Ondertussen waren er enkele hoogtepunten: na de tweede wereldoorlog werd de ernstig beschadigde brouwerij terug opgebouwd en was het de beroemde Père Théodore die samen met zijn leermeester de al even beroemde Professor Jean De Clercq het brouwproces volledig op punt zette, met vooral de tweede fermentatie die nu in volledig steriele omstandigheden kon plaatshebben. De giststrengen die Père Théodore isoleerde tekenen vandaag nog voor die typische fenolische, gerookte smaak van Chimay, een traditie die verder gezet wordt door de huidige brouwmeester Paul Arnott, ook al geen onbekende voor Bierpassie. Maar waar alle bieren bruin waren indertijd, kon Chimay ook niet weerstaan aan het blonde gebeuren, en creëerde Père Théodore in 1966 de Chimay Blanche, vandaag spreken we meer van de Chimay Triple, een monument in de tripel-brouwkunst. Vooraf had hij nog een zwaardere versie gemaakt van de Chimay Rouge, het basisbier van de brouwerij, wat we normaal een “dubbel” noemen. De Chimay Bleue was oorspronkelijk een kerstbier dat het leven zag in de laten jaren vijftig van vorige eeuw. Het bier sloeg heel goed aan bij de plaatselijke bevolking en werd stilaan een vast onderdeel van het gamma. Dat bestaat nu volledig uit de drie bieren, Chimay Rouge, Blanche en Bleue, enkele gelegenheidsbieren niet te na gesproken en we mogen zeker ook niet de Poteaupré vergeten, een lichtere blonde die pas in de jaren tachtig kwam en nu te drinken is in de gelagzaal met dezelfde naam, perfect getapt van het vat ondertussen.
Ik durf te veronderstellen dat het werk van Professor De Clercq en Père Théodore baanbrekend was, je moet het ook in de tijdsgeest zien. Hergisting op fles blijft nu eenmaal het moeilijkste en het is dat waarin onze Belgische brouwkunst in excelleert, in gans de wereld zijn we er beroemd voor. Dat de professor samen met zijn echtgenote na zijn dood een plaatsje vond op het kerkhof van de paters, hoeft dan ook niet te verwonderen. Zij brachten de brouwwetenschap op een hemelshoog peil. De paters namen eind de jaren zeventig ook een heel belangrijke beslissing: ze gingen voor uitbreiding, om de plaatselijke bevolking aan werk te helpen, in een economisch heel moeilijk gebied. Ze bouwden een nieuwe bottelarij op het industrieterrein van Baileux, op tien kilometer van de abdij. Zo konden ze hun contemplatieve werk in alle rust verderzetten, terwijl de expansie buitenhuis plaatsvond. En zo vonden heel wat mensen werk, want enkele jaren werd ook de kaasmakerij er gevestigd.
De volgende stap was de export. In het boek worden de belangrijke prestaties van de exportmanagers Weber en Macq belicht, zij waren de pioniers en zorgden uiteindelijk voor een belangrijk begin van de thans 50% die naar het buitenland vertrekt, met Frankrijk en Amerika op kop. Ook wijlen Michael Jackson speelde hier zijn rol, hij bejubelde het Chimay-bier op alle fora. Prins Filip kon dan ook in 1999 de export award uitreiken aan een fiere Pater Thomas.

Verdere modernisering

In 2010 gingen er belangrijke werken van start in de brouwerij. Ik kon het resultaat ervan bewonderen tijdens mijn bezoek: een grote aanbouw met nieuwe gistingstanks, de volledig geautomatiseerde brouwzaal, en een nieuw proeflokaal. Maar geen groei omwille van de groei: men rekent op een groei van 1 à 2% per jaar, het ritme dat gewenst is. Ook hier blijft het motto van de cisterciënzers gelden: een abdij met een brouwerij, en niet andersom. Toch is Chimay gegroeid van een regionale naar een internationale brouwerij.

De trots van de Chimaciens

Iets wat wij niet zo kunnen bevatten, want we komen er te weinig, is de grote fierheid en trots van de plaatselijke bevolking op “hun” trappistenbrouwerij. De Chimaciens wonen niet alleen in een prinsdom, met een heus kasteel van de Prins van Chimay (nu prinses Elisabeth, die nog rondleidingen geeft in haar kasteel) midden in het centrum, maar hebben op hun grondgebied ook een beroemde abdij met nog een beroemder bier. En daar zijn ze bijzonder trots op. Het weekend voorafgaand op mijn bezoek trouwde hier in het stadhuis de zoon van Elisabeth met een dochter van het Van Damme-geslacht, een bierhuwelijk tussen Chimay en Jupiler…Wie kan dat zeggen.

Het imago van Chimay

Wim Verschueren noemt zich eerder een ‘controleur van de groei’ en ‘bewaker van het imago’ dan een marketeer. Hij kent wel de knepen van het vak, als ex-marketeer van grote whiskymerken, maar staat in Chimay wel met de voetjes op de grond. Hij heeft zich ingewerkt in de streek en de stad, hier moet je niet teveel met marketingtermen jongleren. Hij heeft wel onderzoek gepleegd naar het merkimago van CHhmay, en is onder de indruk van hetgeen dit merk teweegbrengt bij de consument. Zo liet hij heel recent vier keer 150 bezoekers toe in de abdijbrouwerij via het internet, dit quotum was op twee dagen behaald. Iedereen wil dit monument van authenticiteit wel eens bezoeken, zoveel is zeker. Hij bereidt zich nu voor op de “portes ouvertes” van volgend weekend, en verwacht tienduizend bezoekers.

De kracht van de Tripel

Een zwaar onderschat bier (vooral in Vlaanderen) is de Tripel van Chimay. Hij heeft plannen om dit bier in 2013 te gaan promoten, zij het op de typische, waarachtige Chimay-manier, dus zonder veel barnum en bailey. De Tripel is nu nog maar 20% van de productie, en daar zit veel meer in, tripels zijn bijzonder populair in Vlaanderen, wat minder in Wallonië. Hoe hij dat gaat doen zien we volgend jaar. In elk geval wordt er in Chimay heel lang nagedacht, over gelijk welke aktie. Zo werd er dit jaar een fraaie brochure over Chimay geencarteerd in de belangrijkste tijdschriften.

Espace Chimay

Het boek en de brochure zijn de ideale voorbereiding om de nieuwe “Espace Chimay’ te bezoeken, een onderdeel van de verbouwde Potaupré. Jérome Goffinet is mijn gids. Hij heeft lang meegewerkt aan dit project. De Espace wil geen museum zijn, maar een beleving van Chimay. Wie zijn we? Wat is onze geschiedenis? Waar zijn onze producten in de wereld? Op twintig minuten krijg je een heel goed beeld hiervan, dankzij het interactieve centrum. Ook de productie komt goed aan bod, je hoeft de brouwerij eigenlijk niet meer te bezoeken, zo duidelijk wordt alles voorgesteld. Na het bezoek kan je inbegrepen in het ticket een Potaupré bestellen, en misschien ware het beter dat je dan het hele gamma eens in kleine glaasjes kan proeven, daar wordt nog aan gewerkt verzekert me Jérôme.
Wij gaan echter niet naar huis vooaleer we alles nog eens geproefd hebben. Van de Chimay Rouge op vat, een heerlijk doordrinkbare bruine, naar de pittige en vrij donkere tripel met de wat verwarrende naam Chimay Blanche, naar de superzachte en rijke Chimay Bleue met chocoladetonen tot het tijdelijke paradepaardje Chimay Cent Cinquante, een blonde klepper van tien graden. Aanvankelijk zagen de paters dit bier niet zitten, maar ze gingen toch overstag na de proefbrouwsels van Paul Arnott, het is dan ook een bijzonder kruidig en complex bier, hoewel het zo goed als op is. Père Théodore zou trots geweest zijn op dit zwaardere broertje van zijn onovertroffen Tripel uit 1966.
De enige kaas die we bij al dit lekkers proefden is de Chimay à la bière, die werkelijk bij alle bieren past. Maar de Chimay kazen, dat is stof voor een ander artikel volgend jaar!

Bron: Ben Vinken, Bierpassie Magazine, 2013, Nr. 57