Broeder Godfried van Westvleteren

Broeder Godfried van Westvleteren

Eindelijk, na veertien jaar bierschrijvelarij, is het er toch van gekomen: een privé bezoek aan het heilige der heiligen, de trappistenbrouwerij van de Abdij van Westvleteren. Ontdek mee deze mythische plaats, en als je het bier nog niet hebt kunnen bemachtigen, kan je het toch virtueel meeproeven!

In een landschap doordrenkt van het bloed van honderdduizenden Fransen, Britten en Duitsers (binnen twee jaar is de Grote Oorlog 100 jaar geleden) rij je van Ieper naar Poperinge, en vandaar volg je de pijl Vleteren. Dit is nog een stukje ongerept Vlaanderen. Winderig, vlak met soms een heuveltje, hier en daar een boerderij… de rust zelve. We bereiken snel de abdij. Broeder portier roept onze gastheer: de minzame en goedlachse Broeder Godfried, een van de éénentwintig monniken die hier hun levensbestemming gevonden hebben: een leven van handenarbeid en gebed. Ora et labora. Aanleiding van ons gesprek is een kritisch artikel dat eerder dit jaar verscheen van onze medewerker Joost Houtman. Die blies tegelijkertijd warm en koud, sloeg en zalfde de broeders die hun ziel aan de commerce zouden verkocht hebben. Want ze verkochten 90.000 “bouwsteenboxen” op twee dagen tijd via een actie met de media en Colruyt als verdeler. Was de mythe hier niet mee doorbroken? Ik liet het artikel passeren, want je kan het natuurlijk langs twee kanten bekijken. Best is altijd om met de betrokken partij zelf eens te praten. De goeie ouwe manier om aan journalistiek te doen, in plaats van hier en daar wat van het internet te scharrelen. Het blijkt al snel tijdens het gesprek dat de broeders dit ook zien als een gelegenheid om de puntjes eens op de I te zetten. Want Bierpassie was niet de enige kritiek, talrijke bladen wijdden er een column aan, en de sensatiekranten verwezen gretig naar het ‘zogenaamde’ alternatief St. Bernardus, altijd beschikbaar en op een boogscheut van Westvleteren.

Een abdij met een brouwerij

Broeder Godfried wijst ons op een essentie: dit is hier een abdij met een brouwerijtje erbij, en niet omgekeerd. Natuurlijk is door de jaren heen de brouwerij de economische ruggengraat van de abdij geworden, maar als die op instorten staat kan je met de marge van 5000 hl (de volledige jaarproductie) wel geen nieuwe abdij zetten. Een slim beschermcomité zou de klus klaren, een eenmalige extraproductie van 500.000 flesjes (er werd een heel jaar aan gebrouwen) in een geschenkbox van 6 met 2 proefglazen. Voor één keer kon elke bierliefhebber gewoon naar de Colruyt in zijn buurt stappen, zonder de lijdensweg van het aanschuiven aan de abdijpoort te moeten ondergaan. En dat het gelukt is, daar moet je toch niet van opkijken? En wat niet of moeilijk te verkrijgen is, dat wil blijkbaar iedereen.

Momentum

Broeder Godfried beseft dat de actie op het juiste moment kwam. Belgisch bier beleeft een ongelofelijk momentum, en het Westvleteren-bier speelt daar een hoofdrol in. Ratebeer.com blijft het maar uitroepen tot het beste ter wereld. En op elke proeverij die ik organiseer mag ik uitleggen waarom. Terwijl ik zelf ook niet aan de bieren geraak. Maar de broeders verschepen deze week (we zijn einde September) hun laatste palet geschenkboxen naar het buitenland. En dan is de kous af. Onherroepelijk. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om de actie te doen, ab initio was dit zelfs onbespreekbaar in de abdij. Toen het project toch goedgekeurd was, hielden de broeders zelfs rekening met een rampscenario. Maar de magie rond het bier deed zijn werk.

Chateau Petrus van de bieren

Zouden de broeders niet beter hun prijs permanent tien keer duurder maken? (de box werd verkocht aan 25 eur). Ze willen zeker niet in een “Chateau Petrus” scenario terechtkomen. Waarachtigheid is de boodschap. Zo zullen ze jaarlijks de relatief kleine hoeveelheid bier blijven brouwen, met 4 broeders in de brouwerij en 11 in de bottelarij en verkoop. En het levensproject waarvoor de broeders naar de abdij zijn gekomen primeert, niet het bier!
“Ad quid venisti”, waarom zijt gij hier? is de vraag die Bernardus van Clairvaux stelde. “ We mogen niet met de marktfilosofie meedraaien, we moeten ons eigen blijven” mijmert Broeder Godfried, die wel toegeeft dat het bierverhaal ontzettend gegroeid is, zodat het soms ook een last is. Hij verwijst naar een Chinees die hier vorige week voor de deur stond, die had drie adressen op zijn lijstje staan: Parijs, Londen en Westvleteren. Maar alles was gesloten, “De Vrede” was dicht, de brouwerij was dicht…maar broeder portier deed open en gaf hem toch een paar flesjes. Ook het feit dat velen grof geld verdienen op het bier steekt de broeders. De tol van de roem, die ze eigenlijk zelf helemaal niet willen. Met rustige vastheid voortdoen is de boodschap, zonder stil te blijven staan natuurlijk. De nieuwe abdijgebouwen waren noodzakelijk om de toekomst te vrijwaren (met o.a. een bibliotheek, refter en cellen voor de broeders). Men werkt aan nieuwe, kleinere verpakkingen om permanent te verkopen in “De Vrede”. En met de Abdij Raad wordt er regelmatig vergaderd, of liever een bezinning gehouden hoe sommige frustraties rond het moeilijk te verkrijgen bier kunnen weggewerkt worden.

Brouwerijbezoek en proeven

We komen stilaan tot de kern van het bezoek, de echte reden waarom we hier zijn vandaag: het bezoek aan de brouwinstallaties en het proeven van het bier. Broeder Benedikt wacht ons op in het relatief kleine brouwzaaltje van Ziemann. Hij is juist een nieuw beslag aan het maken en we mogen proeven van het wort: heerlijk zoete godendrank. Wat moeten die koeien hier in de omgeving gelukkig zijn met de draf. Een voorbode van wat ons op de proeftafel te wachten staat.
Speciaal op mijn verzoek heeft Broeder Godfried de heilige drievuldigheid in de ijskast gestopt. “Es soll frisch sein” is mijn lijfspreuk, zelfs een Westvleteren.

De Blonde van zes graden

Dit bier is slechts goed voor 10% van de omzet en werd gelanceerd in het begin van de jaren negentig. Het is lichtjes gesluierd in het glas en heeft een mooie bleke kleur. De neus is bloemig, en er komt heel snel een delicate hopping vrij. De absolute brouwkunst bestaat er in om een relatief laag alcoholisch bier toch een breed palet aan smaken te geven. Deze blonde met subtiele honingtoets slaagt daar in. Een mooi, warm en rond bier dat droogbitter eindigt, dit is duidelijk het dochtertje van het wort dat we zonet proefden in de brouwzaal. Broeder Godfried, één van de weinige broeders die het blonde bier drinkt bij het middagmaal, treedt me bij. Hij geniet ook van de afdronk, Michael Jackson zaliger zou gesproken hebben van een ‘long lingering finish’. Dit bier staat helemaal op zichzelf, ik kan het met geen enkel vergelijken, al proefde ik meer dan 400 bieren in proefpanels. De broeders maken er ook een punt van om enkel de plaatselijke hop te gebruiken.

De Westvleteren Acht

We gaan nu naar de donkere versies. De acht wijst inderdaad ook naar de acht graden alcohol. In het glas komt er een donkere, moutige trappist, die heel vers ruikt (zo naar een vers gesneden bruin brood) en zowat tien dagen nagegist heeft in de fles. Hier gaan puurheid en volheid hand in hand. Ik proef het geroosterd mout, het wort, de versheid, de puurheid van de ingrediënten. Ook een beetje hop op het einde. Dit zou je een “slow beer” kunnen noemen.

De Westvleteren twaalf

Le moment suprème. Deze klepper draagt trots zijn 10,2 graden alcohol in plaats van de twaalf die zijn benaming doet vermoeden, waarschijnlijk nog aan de “Belgische graden” te danken. Dit bier is ook jong, maar in tegenstelling tot de acht komen hier complexere tonen van rozijntjes, chocolade en alcoholzoet vrij. Het bier is ook wonderwel droog op het einde. Hoe kan je de ingrediënten zo terug brengen in een glas, het blijft een raadsel. Dit is een goddelijk bier. Misschien wel het beste, maar eerlijk gezegd: liever niet, want dan kan ik maar één bier meer drinken.

Weemoed

Het bezoek loopt op zijn einde. Weemoed overvalt me. Het leven in deze abdij loopt verder zijn gang, het bezoek van Bierpassie was maar een voetnoot. Maar voor ons was het een hoogtepunt. Het nam heel wat vooroordelen weg. En ik denk ook bij de overkant van de tafel. Alles is hier waarachtig. Leven in discipline, geloof en overtuiging. Het bier maken om bij weg te dromen. Groot respect. ‘Ad quid venisti?” Ik weet waarom ik hier was.
Noot: wie meer wil lezen over de geschiedenis, de spiritualiteit en het bouwproject van de St. Sixtusabdij kan de onlangs verschenen box met drie boeken kopen bij het Davidsfonds. Over het bier vind je meer uitleg in het boek ‘Trappist, de zeven heerlijke bieren” van Jef van den Steen, tevens uitgegeven bij het Davidsfonds.

 

Bron: Ben Vinken, Bierpassie Magazine, 2013, Nr. 57