Voor de zestigste tasting van Bier Passie Magazine – jawel beste lezer, dit is het laatste nummer van jaargang 15 – viel de keuze op het thema ‘Regionale specialiteiten’, speciale bieren dus die fier de naam dragen van de streek waar ze geboren (pardon, gebrouwen) zijn. En het zijn niet alleen kleinere brouwerijen die binnen deze sector aan boud komen (Dilewyns, Glazen Toren, Pirlot, des Géants), ook grotere en gevestigde brouwerijen durven hun eigen regio promoten (Bavik, Roman, De Koninck, De Landtsheer). De verhouding 50 – 50 wijst hier op de plaats die de kleine artisanale brouwerijen zich aan het verwerven zijn in het Belgisch bierlandschap: nagenoeg de helft van de actieve brouwerijen zijn ontstaan na 1980. Tot dat jaar verdwenen er jaarlijks brouwerijen, maar met de komst van Brasserie d’Achouffe en de Dolle Brouwers in Esen werd die neergaande trend omgeboden. De laatste jaren komen er in België gemiddeld vier tot zes brouwerijen bij: Bier Passie Magazine zal nog wel enkele jaren tastings kunnen organiseren.
Deze zestigste tasting ging niet door in een brouwerij, maar in de degustatieruimte van Kaasrijperij Van Tricht. Deze is sinds de zomer van 2010 gevestigd in de oude bottelzaal van brouwerij De Koninck. Als gevolg van de overname door Duvel – Moortgat wordt er ter plaatste immers geen bier meer afgevuld.
De naam Van Tricht klinkt in de kaaswereld als een klok; in 2010 riep The Wall Street Journal Van Tricht uit tot de beste kaasboer van Europa! Daarenboven zijn Michel en zoon Frederic ook nog eens fervente bierliefhebbers en beschikt hun lokaal over alles wat nodig is om de proevers te doen watertanden: zicht op de rijpende kazen.
Het panel was deze keer vrij beperkt: Vincent en Geneviève Dilewyns van de gelijknamige brouwerij uit Dendermonde en het BPM-team bestaande uit Ben Vinken, uitgever, Hugo Meeussen en schrijver dezes Jef Van den Steen. Michel Van Tricht kwam te laat binnenvallen om aan de tasting deel te nemen (wegens personeelsgebrek tijdens de vakantiemaanden), Wilfried Patroons en zijn biervriend Marcel Schepers proefden mee vanaf het vijfde bier.
De spelregels zijn nog steeds onveranderd: de bieren worden blind geproefd naar opgaand alcoholgehalte. Pas na de bespreking wordt de merknaam van het bier bekend gemaakt.
Herkomst: Brouwerij Dilewyns/Dendermonde
Fles: 33 cl steini met kroonkurk, buik- en rugetiket.
Alcoholgehalte: 5 vol %
Uitzicht: Bleekblond van kleur en helder tot lichtgesluierd wat wijst op hergisting in de fles. De schuimkraag is mooi, fijn, wit en wandklevend.
Geur: De neus wordt overheerst door geuren van citrusfruit, zonder evenwel te kunnen specifiëren over welke zuidvrucht het gaat.
Smaak en afdronk: Het citrus uit de geur komt in de smaak terug, aangevuld met friszurige en licht bittere hoptoetsen. De afdronk is vrij kort, droog en ‘clean’. Alleen het hopbitter blijft wat langer op het gehemelte hanbden.
Opmerking: Goed doordrinkbier, complexloos maar ook foutloos. Ideaal als pilsvervanger.
Herkomst: Bavik/Bavikhove
Fles: 33 cl apo met kroonkurk, hals-, buik- en rugetiket.
Alcoholgehalte: 6.6 vol %
Uitzicht: Goudblond en briljant helder; het schuim is fijn en wit, maar minder wandklevend dan bij de Quinto en het valt vrij snel in.
Geur: In de neus herkennen de panelleden de geur van pils in combinatie met de weëe zoetigheid van alcohol. Hop is niet waarneembaar.
Smaak en afdronk: Zoet overheerst, aangevuld met een toets van boterzuur. Vrij vlak en eenzijdig, geen evenwicht ook. ‘Mist ballen’ merkte een panellid op. Zelfs de afdronk is zoet.
Opmerking: dit bier komst sterker alcoholisch over dan de 6.6 vol % dat het rugetiket vermeldt
Herkomst: Roman/Oudenaarde
Fles: 33 cl steini met kroonkurk en buiketiket
Alcoholgehalte: 6.9 vol %
Uitzicht: De kleur van deze ‘Gentenaar’ kan het best omschreven worden als pilskleur, de helderheid trouwens ook. Alhoewel dit bier wel degelijk hergist is in de fles. De uitbundige fijne wandklevende schuimkraag wordt gedragen door een mooie, fijne CO2-pareling.
Geur: Vrij ingetogen, wat niet kan gezegd worden van de inwoners van Gent. Toch komen er ook lichte hoptoetsen vrij, bloemige hop als het ware.
Smaak en afdronk: In tegenstelling tot de neus speelt in de mond hop wel degelijk de hoofdrol, op het randje van het wrange af. Verder is dit bier beendroog, zodat het goed doordrinkbaar is. Daarenboven zit de alcohol hier goed verborgen zodat de panelleden het alcoholpercentage lager inschatten dan wat op het etiket vermeld staat.
Opmerking: Vrij ééndimensionaal, maar met het gistbezinksel meteen voller en evenwichtiger van smaak.
Herkomst: Glazen Toren/Erpe-Mere
Fles: 75 cl champagnefles met kroonkurk en in een zijdepapier gewikkeld.
Alcoholgehalte: 6.9 vol %
Uitzicht: Goudblond, gesluierd tot licht troebel. Het schuim is fijn, wit, stevig, wandklevend en laat een fijn kantwerk achter op het glas.
Geur: De eerste indruk is vineus, verwijzend naar – uiteraard – witte wijn. Maar kort daarop komen ook zachte hopgeuren en rinse toetsen naar boven.
Smaak en afdronk: ‘Een bier voor de grote dorst’ stelde een panellid, verwijzend naar de friszurige hopsmaak. Maar toch voller dan de Gentenaar (alhoewel Erpe-Mere en Gent niet zo ver van mekaar liggen). Een goede balans ook tussen een vrij sterke en aangename bitterheid en de mout: volmondig en toch vlot doordrinkbaar. De afdronk is eerder lang, zacht bitter en vloeit uit.
Herkomst: Pirlot/Zandhoven
Fles: 33 cl steini met kroonkurk, rug- en buiketiket.
Alcoholgehalte: 7.5 vol %
Uitzicht: Donkerblond, gesluierd tot vrij troebel. Mooie schuimkraag, alhoewel er nauwelijks CO2-belletjes waarneembaar zijn.
Geur: Gekookte groenten merkte een panellid op, overdreven fruitigheid neigend naar fruitmacedoine stelde een ander. Weinig aantrekkelijk dus.
Smaak en afdronk: Van dat alles blijft in de smaak niets over, daar voeren kruiden de hoofdtoon (salie?). Vrij zoet ook en niet echt in balans. De afdronk is kort, maar de kruiden blijven nog lang hangen.
Herkomst: De Koninck/Antwerpen
Fles: 33 cl apo met kroonkurk, rug-, buik- en halsetiket.
Alcoholgehalte: 8 vol %
Uitzicht: Blond en briljant helder. Weinig en vrij grove CO2-bellen ondersteunen een vrij bescheiden schuimkraag.
Geur: Zeer gesloten neus, maar met een beetje moeite is ‘chewing gum’ en wee alcoholzoet waarneembaar.
Smaak en afdronk: Mierzoet zonder enig tegengewicht van een andere smaak als hop en/of kruiden. Eénzijdig dus. De naam ‘triple’ dekt hier duidelijk de lading niet. De afdronk is kort met een indruk van zoet fruit.
HERKOMST/ De Landtsheer/Buggenhout
Fles: 75 cl bouteille belge met champagnekurk en muilbandje
Alcoholgehalte: 8.5 vol %
Uitzicht:De kleur zweeft ergens tussen goudblond en amber; het bier is briljanthelder, de pareling is bescheiden, het schuim idem dito.
Geur: Karamel overheerst de geur, alleen een zweem van kruiden vervolledigt het geheel. Maar de karamel – kruiden combinatie komt niet aangenaam over.
Smaak en afdronk: Ook in de mond overheerst de karamel, voor de rest komt deze novice vrij vlak over, met weinig body en met al even weinig balans. De alcohol komt vrij ster naar voor en nodigt niet uit tot een volgende slok. De afdronk is kort en – opnieuw – karamel.
Herkomst: des Géants/Irchonwelz
Fles: 33 cl apo met kroonkurk, rug-, buik- en halsetiket.
Alcoholgehalte: 9 vol %
Uitzicht: Blond en gesluierd, mooi fijn wit schuim dat stabiel en wandklevend is.
Geur: Hop speelt hier de hoofdrol, een hop die naast bitterheid ook citrus – pompelmoes indrukken geeft. Maar de grapefruit toetsen zijn bescheiden.
Smaak en afdronk: Een smaakbom met hop en mout in balans. Het nochtans vrij hoog alcoholgehalte zit mooi verborgen. Een heel lekker bier, maar alleen om te degusteren, niet geschikt als doordrinkbier. Bij het inslikken droogt tong en gehemelte als het ware op, de bitterheid blijft nog een tijdje hangen.
Tot slot . . .
Na het werk – bieren proeven en beschrijven is werken! – volgde, wie zou het kunnen bedenken, kaas! Een proefplankje met chaource, vanillien, Saint Monon, Duvelkaas en camembert als aperitief, Saint Marcelin ‘Le Tentation’ een double crème ‘lepelkaars’ en een twee jaar gerijpte conté als hoofdgerecht. Kaas en bier vormen wel degelijk een ‘mariage parfait’. QED zou ik als wiskundige zeggen, quod erat demonstrandum ofte wat moest bewezen worden.