10 + 1 vragen aan Robert Putman

10 + 1 vragen aan Robert Putman

10 + 1 Vragen aan Robert Putman

Meerdere personen adviseerden mij om eens tot bij Robert Putman ten rade te gaan. Robert zou héél veel afweten van de Britse invloed op de belgische brouwers. Ik moet zeggen dat ik na mijn ontmoeting niet ontgoocheld was. Robert Putman bracht het héél ver in de belgische brouwerijwereld. Op een bepaald ogenblik was hij directeur van de 3 brouwerijen in het bezit van Theo Maes : Br. Maes, Br. De Jumet en Br. Mort Subite. Van Br. Maes wist hij de productie te doen toenemen van 180 000 HL/jaar naar 1 050 000 HL/jaar.

Toen Robert in 1998 met pensioen ging veranderde er niet veel in zijn leven, de brouwerijmicrobe bleef in hem. Zijn grootste realisatie is nu in volle ontwikkeling : hij is samen met Yannick Boes de grondlegger van cursussen Zythologie.

Toen ik hem ontmoette in het Brouwershuis kregen een goede 20 Bierliefhebbers hun diploma Zytholoog overhandigd. Sinds deze cursussen gegeven worden werden er al 120 Zythologen gevormd !

Robert Putman weet heel veel van de geschiedenis van het Belgisch Bier. Zijn strafste uitlating : « de belgische brouwers gebruikten 125 jaar geleden geen thermometer en nog minder een densimeter » en ze leerden inderdaad, een goede eeuw geleden, alles van hun Engelse collega’s …

Robert werd technisch directeur van Brouwerij Maes in Waarloos, Brasserie Union in Jumet en Brouwerij Mort Subite in Kobbegem. Na de fusie van de groep Maes en Alken-Kronenburg kreeg hij ook de technische verantwoordelijkheid over hun brouwerijen in Alken en Zulte.

Wat zal Robert te vertellen hebben in een komend nummer van BPM?

... Wel hier de volledige 10+1, en Robert moet een perfectionist zijn, want aan mijn korte introductie heeft hij ook gesleuteld en het is er daarom niet minder interessant om, integendeel!

Een keerpunt in de geschiedenis van bier is de periode van 1875 tot 1900 dus het einde van de 19-de eeuw. Denken we maar aan L.Pasteur, Latour, Schann en Cagniard met hun boek ‘ Etudes sur la Bière “ aan Carl von Linde met uitvinding van de koelmachine, Emil Hansen en gistreinculturen en de pioniers van de lage gisting technologie, Gabriël Seldmayr en Anton Dreher en zeker Frontisek, Ondrej Poupé van Pilzen.

In ons land was de kwaliteit in die tijd niet bijster goed. Vele brouwers gebruikten noch thermometers noch densimeters. De overheid maakte zich zorgen over de kwaliteit van het bier.

Volksvertegenwoordiger Systermans uit Brussel, voorzitter van “L’association générale des Brasseurs Belges” had op het congres van de brouwers in 1880 gepleit voor de oprichting van brouwerijscholen in ons land. En die kwamen er. In 1887 in Gent de Ecole professionelle de Brasserie en ook in dat zelfde jaar de Ecole Supérieure d’ Agriculture, speciaal gericht op de brouwerijsector aan de universiteit van Leuven. Het brouwerijprogramma diende in een wetenschappelijk onderwijs ingebed te worden. Vijf jaar later in Gent de Ecole Technique de Brasserie, annexée a l’institut Saint-Lievin.  Het doel van het onderwijs was brouwingenieurs te vormen, wetenschappelijk onderzoek te verrichten en diensten te verlenen aan brouwerijen.

De overheid zorgden ervoor dat de brouwers in contact werden gebracht met de nieuwe technologie van het Beiers bier ( lage gisting ) door reizen te organiseren naar Munchen. De nieuwe technologie werd zeer traag aanvaard in ons land. Ook beide wereldoorlogen zeer kort na elkaar deden het aantal brouwerijen drastisch verminderen. De “ lage gisting “ de Pils productie was begonnen maar de hoge gisting bleef ook.

Na de WO II veranderde de brouwerijen van arbeidsintensieve bedrijven naar kapitaalintensieve bedrijven. Automatisatie, rationalisatie en concentratie was het motto.

Groot-Brittanië was het land van hoge gisting gebleven en tussen Britse brouwers en Belgische brouwers werden er overeenkomsten gesloten. Britse bieren, gebrouwen en gegist, gelagerd al of niet

gefilterd kwamen per tankwagen de Noordzee over en werden hier afgevuld. Denken we maar aan Bass, Withbread, Double Diamond , Red Barrel, Scotch-ale… en vele anderen. Deze bieren kregen een Belgische touch door de gepaste koolzuurverzadiging, aandacht  voor schuim en schuimhoudbaarheid en het typisch parelen van koolzuurbellen in de bierglazen. Het “ pale-alelleke” was in.

Natuurlijk kwam er reactie. De Belgen brouwden zelf hun ales, denken we maar aan het grote succes van Ginder-ale( Merchtem ), Op-ale ( Opwijk ) en van kleinere brouwerijen zoals “De Sleutel” van Betekom met zijn Bets-ale, Contreras in Gavere met zijn “Tonneke”, De Ryck met “De Ryck Special”... enz.

De “ rage “ van de ales kende na een tijd haar einde maar de typische Belgische ales bleven zoals Palm en De Koninck.

De rage van Ales werd opgevolgd door de rage van de Dort ( Dortmunderbier of Export ) nadien kwamen de Deense bieren Carlsberg en Tuborg en dan de Witte bieren.

Pilsbieren kenden een zeer sterke stijging in België tot 1985 dan kwamen andere hoge gistingsbieren weer aan de beurt zoals de Trappistenbieren en Abdijbieren en Belgische zware blonde bieren.

1. Er wordt een Biertombola georganiseerd. Alle Bieren die er bestaan zijn te winnen. Je hebt 5 lotjes gekocht en alle loten zijn winnend. Welke 5 Bieren zou je graag willen winnen ?

De volgorde van de keuze van de bieren heeft niets te maken met een kwaliteitsrangschikking.

Ambassadeur” is een bier waar ik het recept voor geschreven heb en dat gebrouwen wordt in de Proefbrouwerij in Lochristi, in opdracht van enkele zythologen verenigd onder de naam Spuma.

Het bier wordt gebrouwen met “ green hops “ dus natte bellenhop, 100% Saaz-Saaz uit het Goldbachthal in Zatec. De natte hop wordt ‘s morgens om 7u vers geplukt, onmiddellijk van Tchechië naar Lochristi vervoerd en dezelfde avond in de brouwzaal mee gekookt. Een deel van de hop wordt koud bewaard om als “ dry-hopping “ extra geur en aroma aan dit bier te geven in de gisting en rijping. Het bier is hergist op fles. Bier zonder stabiliseer-, bewaar-, schuimstabiliseermiddelen, enkel gecentrifugeerd en niet gepasteuriseerd.

Een specialiteit onder de specialiteiten. Een nadeel, aangezien er maar één oogst per jaar is kan men ook maar eenmaal brouwen per jaar. Bier voor de gastronomie.

Het tweede bier is het abdijbier Herckenrode Bruin, een honderd procent Munichertype bier,misschien het enige dergelijk bier in ons land, de 7 volumeprocent alcohol is een bewuste keuze. Prachtige orangey-red kleur, de aromahoppen zorgen voor uitgelezen geur en aroma en aangename bitterheid, de rijping op franse eik geeft een vanilletoets aan het moutig geheel. De stevige schuimhoudbaarheid en cling maken dit bier zeer aantrekkelijk. Hergist op fles. Recept geschreven voor de vzw Abdij Herkenrode in Hasselt. Het bier wordt gebrouwen in Opitter in de Brouwerij St-Jozef.

Het derde bier is Malheur Brut Royal, de technologie is te vergelijken met de bereiding van champagne zoals de hergisting in de fles, de remuage en het afvullen met “dégorgement”. Topbier als drank op recepties. De brouwerij De Landtsheer brouwt een gamma bieren waarvan de meeste al prijzen hebben behaald op internationale bierwedstrijden. Een brouwerij die misschien wel de meeste prijzen heeft gewonnen in verhouding tot haar biersoorten.

Alleen als ik op weg ben kan ik mij afzonderen om bieren te proeven en doe dat af en toe als goede Belg met een Westmalle Tripel in Vlaanderen en een Orval in Wallonië. Traditie, kwaliteit en vakmanschap.

De rode draad doorheen deze vijf bieren is hop, nobele hoppen.

Voor liefhebbers die graag een goede Pils willen proeven de Zatec Pilz , 11 Plato°, 35 bittereenheden. Als vers vatenbier zeer goed, vers van de lagertank, na zes weken lagering excellent.  Maar niet aanwezig op de Belgische markt. Maar voor dat ik mijn laatste adem uitblaas zou ik nog wel een Maeske en Cristalleke willen drinken, bieren die ik zolang heb mogen brouwen.

2 Michael JACKSON, Pierre CELIS, en OBP liggen aan de basis van de heropstanding en de erkenning van het Belgisch speciaalBier. Welke joernalist, welke brouwer, welke Biervereniging ziet u deze fakkel overnemen en waarom deze personen of verenigingen ? 

Er zijn natuurlijk velen die in aanmerking komen als stuwende krachten in de promotie van Belgische bieren. Eerst en vooral de brouwers die goed bier brouwen. Een goed bier is goed waarvan je na één glas gedronken te hebben een tweede glas spontaan vraagt. Kwaliteit verkoopt zich zelf. Goed brouwerijonderwijs kan goede brouwers vormen, als die brouwers de vrijheid hebben om kwaliteit te mogen brouwen dan zijn we al heel ver.

Met AB-Inbev als onvervalste koploper op gebied van volume in de wereld is dit voor het Belgisch bier in het buitenland zeker een voordeel. De mystiek die rond abdijen hangt en de bieren die er worden gebrouwen of gebrouwen worden door leken zijn allemaal bieren met een geschiedenis en hebben een verhaal. Dat slaat aan, dat is authenticiteit, dat is uniek en een groot pluspunt voor onze bieren.

Bieractiviteiten zoals deze ingericht door de Federatie van de Belgische Brouwers en de Ridders van de Roerstok op de Grote Markt in Brussel zijn uniek. De historische markt, de kathedraal, het stadshuis dat zijn gebouwen die men mee betrekt om onze bieren bekender te maken buiten onze grenzen. 

Personen noemen is moeilijker, maar iemand als Yannick Boes is al meer dan 40 jaar met hart en ziel ons bier aan het verdedigen. Hij is nog aanwezig in vele organisaties en werkgroepen rond bier en gastronomie zijn kennis en ervaring zijn nog richtinggevend en meestal succesbepalend.

De voorzitters en de directeurs van de Federatie hebben alle – de ene al wat meer als de andere- de bierkar getrokken. Met Theo Vervloet en Sven Gatz zitten we op dit ogenblik goed. De typische bierpers beperkt zich tot hoofdzakelijk tot Café Revue en Bier Passie Magazine. Ben Vinken neemt zeker veel hooi op zijn vork, uitgever, bierproeverijen, boekschrijver, actief in de media, organisator van bierweekends. Bij al zijn activiteiten schalt de loftrompet van de Belgische bieren.

Jef van den Steen als schrijver van verschillende boeken over bieren, bevatbaar voor het grote publiek, geeft zeker een toegevoegde waarde aan het beter kennen en meer weten over bieren. De opleidingen tot zythologen in de Syntra’s in Vlaanderen en in de PME centra’s in Wallonië vormen ieder jaar meer en meer bierkenners.

En ten slotte zovele café-uitbaters die perfect het bier tappen en het bierschenken onder de knie hebben en het toepassen in de praktijk. Dit maakt indruk op buitenlanders en behoort tot onze eigen biercultuur. Het is niet één enkeling maar een veelvoud van mensen en activiteiten die onze bieren promoten en de plaats innemen van Michael Jackson.

 

3 Bier & wijn… Ik vind beiden lekker, elk op zijn tijd. Maar daarom moet de Bierkultuur de wijnkultuur niet achternalopen..  Of wel ? ….

Ook ik drink graag wijn. Er zijn momenten om bier te drinken maar ook om wijn te drinken. Het ene sluit het andere niet uit. Traditioneel serveert men wijn bij gerechten in restaurants. Wijn is zeer lang de exclusiviteit van de bevoorrechte standenmaatschappij geweest, bier is de drank van het volk gebleven. Na de tweede wereldoorlog , onder invloed van de grote sociale en maatschappelijke veranderingen, vonden vele de weg naar de restaurants. Daar dronk men wijn bij het eten. Café’s in de vijftiger en zestiger jaren van de vorige eeuw waar men kon lunchen of avondmalen waren schaars. Nu 50 jaar later is het moeilijk café’s te vinden die nog enkel drank aanbieden. In heel dat gebeuren neemt wijn nog een grote plaats in. Als je ’s middags in Antwerpen in een brasserie of eetcafé komt dan haalt het wit wijntje of de Cava de overhand.

De economische globalisatie zorgde ervoor dat deze wijnen uit Zuid- Afrika, Zuid-Amerika of Australië    wijn hebben gedemocratiseerd en wijn op weg is om een volksdrank te worden zoals in typische wijn producerende landen. 

Wij, Belgische brouwers willen onze bieren ook een plaats in de gastronomie geven. Wij doen dat met één argument, de kwaliteit van ons groot aanbod aan Belgische bieren. Wat heeft wijn te bieden en wat heeft bier te bieden?

De grondstoffen voor de fabricatie van wijn zijn beperkt, de druif en gist. Twee druivensoorten, blauwe en witte en voor elke soort talrijke variëteiten. Men perst de druiven en het sap wordt vergist met de gisten aanwezig op de schil van de druiven en met toegevoegde cultuurgisten. Het maximum van de 20% suiker in de druiven wordt omgezet, praktisch volledig in ethylalcohol. In feite een eenvoudig proces.

Hoe brouwen wij? De basisgrondstof is gerst, ook hier zijn er 2 soorten, wintergerst of 6-rijïge gerst en zomergerst of 2 rijïge gerst voor iedere soort zijn er tientallen variëteiten die om de 7 à 10 jaar door natuurlijke kruising licht aangepast worden. Nadien komt een belangrijk proces, het mouten of de fase waarop de enzymen worden gevormd, dit zijn biologische katalysatoren van proteïnen aard en 100% natuurlijk. Het is de brouwer die de voorwaarden voor zijn mouten vastlegt in een lastenboek. Door die specificaties worden aan de basisgrondstoffen reeds eigenschappen toegedeeld die later de smaak zullen bepalen van het bier. Niet alleen de smaak ook de kleur van het bier wordt gedeeltelijk op punt gezet gedurende het moutproces. Mout geeft de zuivere zoete zachte smaak aan wort en gedeeltelijk aan het bier alsook de volmondigheid. Andere grondstoffen, die in kleinere hoeveelheden worden gebruikt zijn rijst wat de doordrinkbaarheid kan bevorderen, maïs kan wat volmondigheid geven en kleine hoeveelheden van haver of spelt geven aan sommige bieren een drogere smaak. Voor Lambiek en Witbieren is ongemouten tarwe onontbeerlijk.

Gemalen mout wordt opgelost in water. Brouwwater is de tweede grondstof. Voor lage gistingsbieren zoals Pils is de zoutsamenstelling in het brouwwater verschillend van deze voor hoge gistingsbieren. Voor bepaalde soorten of type bieren kiest men voor een specifieke samenstelling van het water. De watersamenstelling is een smaakbepalende factor in het eindbier.

De derde grondstof is de gist. Iedere brouwerij heeft haar eigen specifieke gistculturen. Iedere cultuur kan het smaakprofiel beïnvloeden. Onze gisten kunnen tot 85% van de suikers in het wort vergisten omdat het eenvoudige suikers zijn. Het gedeelte suiker dat niet vergist is bevordert de volmondigheid, behalve voor de Lambiekbieren waar alle suikers omgezet worden. De brouwer vergist het wort tot 10 maximum 11 vol.% alcohol. Dit maximum is het minimum van het alcoholgehalte voor wijn.

Bij wijn tracht men zoveel mogelijk ethylalcohol te produceren, dit gebeurt op hogere gistingstemperaturen, de reden waarom in wijn geen koolzuur aanwezig is. Voor brouwers is de gisting veel meer dan alcohol en koolzuur. Door aangepaste gistingstemperaturen, tegendrukken op de gistingstanks, gistconcentraties, zuurstofconcentraties en de geometrie van de gistingstanks bepaalt men het gehalte aan hogere alcoholen, esters, organische zuren, ketonen, aldehyden en vele andere  bestanddelen. De rol van alcohol in bier is de smaakstoffen als in een enveloppe opslaan. Te vergelijken met de rol van alcohol bij reukwaren.

Tenslotte hebben we de hop, die niet enkel bitterheid aan het bier geeft maar de essentiële olieën zijn sterk aroma en geurbepalend en vele polyphenolen zijn antioxydantia. De hop bestaat niet. Er zijn talrijke variëteiten aromahoppen en talrijke variëteiten bitterhoppen. Elke variëteit heeft zijn specifiteit.

Sommige bieren worden langer bewaard op houten vaten. Heden worden enkele speciaalbieren op hout bewaard wat een grote diversiteit aan aroma en smaak aan het afgewerkte bier geeft. Bieren als dranken bij gerechten is een aanrader. Zeker het grote aanbod van de vele bierstijlen is een grote troef.  Men kan 365 dagen per jaar een vijfgangenmenu met bieren verrijken, met telkens vijf andere aangepaste bieren. Zo rijk is ons Belgisch aanbod aan bieren.

Wijn heeft natuurlijk zijn “ terroir” en het wijnjaar zelf wat een bepaalde wijnsoort van jaar tot jaar een  quotering kan geven van normaal tot excellent. Heden zijn de meeste wijnen bij aankoop goed drinkbaar. Wat mij betreft, geen slecht woord over wijn. Het moment bepaalt de keuze bier of wijn. Beide drink ik met plezier.

 

4 a In de brouwerswereld heb je de produktiemensen die achter de schermen héél belangrijk werk verrichten. Kent u zo iemand die het verdiend om, bij deze, in het daglicht te worden gesteld en waarom verdient deze persoon uw erkenning? 

 

   Nog niet zo lang geleden had ik inzage in wat misschien de eerste cursus over brouwtechnologie in ons land was. “ Traité complet théorique & pratique de la fabrication de LA BIERE et du MALT, par Jules

 Cartuyvels, professeur à la faculté des sciences de l’université de Louvain, ingénieur des arts-manufactures et des mines et Charles Stammer, docteur en sciences chimiques, Librairie Polytechnique, Decq et Duhent, 9, rue de la Madeleine, Bruxelles. 1879 Uitgegeven 134 jaren geleden . Natuurlijk is er veel veranderd. Maar procesmatig duurt het brouwen van wort nog 7 tot 8 uur en het gistings-en lager of rijpingstijd al of niet met hergisting in de fles enkele weken. Veel van die processen zijn enzymatische reacties wat toch maar biologische katalysatoren zijn waar men de optimale voorwaarden van kent om zeer snel zetmeel om te zetten in vergistbare suikers en deze laatste dan om te zetten in de fysico-chemische bestanddelen van bier voor de eindfiltratie.

In feite zeer eenvoudige processen en toch duurt het nog zo lang. Hoe lang spreekt men al van het continue brouwen ! Met logisch denken komt men gemakkelijk van punt A naar punt B, maar met imaginatie kan men overal komen, wist Einstein ons te vertellen. Ik denk nu aan 2 personen die aan dit proces werken of al resultaten hebben behaald. Prof. Dr. Ir. Kevin Verstrepen van het Departement Microbiële en Moleculaire Systemen en het Centrum voor Microbiële en Plantengenetica van de KULeuven. Kevin en zijn medewerkers verrichten fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in het domein van de gisten en kunnen belangrijke doorbraken realiseren in de toekomst.

De tweede persoon is geen brouwingenieur maar een burgerlijk ingenieur, Jan Martens, beheerder van de Brouwerij Martens en vooral van de nieuwe brouwerij in Kaulille. Voor de eerste maal in de brouwerijwereld werd tabula rasa gemaakt van het brouwproces op industriële schaal. Dit is een groot technologisch succes. Van beide, vorser en technoloog verwacht ik de toekomst nog veel.

 

 

4 b Wie “A” zegt moet “B” zeggen, dus heb je in de brouwerswereld “marketingmensen” en/of “verkoopsmensen” die op een geniale wijze van een Bier een bestseller weten te maken. Kent u zo iemand of een team die het verdiend om, bij deze, in het daglicht te worden gesteld en waarom verdient deze persoon uw erkenning? 

Wat de marketing en de commerciële afdelingen in de brouwerij aangaat zie ik geen personen die echt voor doorbraken hebben gezorgd. Als wij ons concentreren op de binnenlandse markt dan gaat ons bierverbruik sinds jaren achteruit. De norm om tot “ de bierlanden “ in de wereld te behoren ligt bij 5o liter per hoofd per jaar. Dit niveau is nog niet in zicht, maar de daling van 100 liter naar 75 liter verbruik per persoon in ons land is ook snel  gekomen !

Marketing specialisten blijven gewoonlijk een drietal jaren in een onderneming, verrichten er goed werk en vertrekken dan op zoek naar nieuwe uitdagingen. Als ik namen zou noemen dan verval ik in herhaling,  namen geef ik niet, het zijn zij die in vorige edities van BPM werden vernoemd. Ik vernoem wel Alain De Laet en zijn ploeg omdat zij jaar na jaar de Arnoldusfeesten in Brussel grootser en aantrekkelijker maken. Dat moet toch succes kennen ook bij de niet-bierdrinker om hun  gedrag   misschien aan te passen. Wat C. Brito voor AB-Inbev bereikt heeft in de grootse biergroep van de wereld is buitengewoon. Marketing en verkoop behoren daar zeker toe. Veel van die realisaties kunnen met succes gedoceerd worden aan de meest gerenomeerde business-scholen in de wereld.   

 

5 Het is een “must” dat elk Belgisch Biercafé dat zich respekteert een aparte lijst heeft voor de TrappistenBieren. Wat vindt u hiervan? 

Voor mij mag er een lijst van de Trappistenbieren in de horeca-zaken aanwezig zijn. Maar de uitbater moet zich niet beperken tot die ene kaart. Goed debiet, perfect getapte en geschonken glazen bier met wat informatie, mondeling of via beschrijvingen van de biersoorten zal de kennis van onze bieren dichter bij de consument brengen. Er zijn nu al horeca-uitbaters die zythologen inhuren om op geregelde tijdstippen informatie over bieren en brouwerijen te geven.

 
6 Is de slogan « België Bierland » overroepen of terecht ? 

België bierland is zeker geen overdreven bewering, in tegendeel voor mij mag er bierparadijs aan toegevoegd worden. Nergens op de wereld vindt men zoveel bieren op zo’n kleine oppervlakte. Bieren van spontane, hoge, lage en gemengde gisting. Bieren met een verleden, een verhaal, een geschiedenis, bieren gebrouwen met vakmanschap, traditie die in eer wordt gehouden, bier zit verweven in onze cultuur, in de schilderkunst met P.P. Rubens, P.Bruegel de Oude, H. Pemeke, H.Francken de Jonge, de Vlaamse School, F.Hals, D.Teniers, A.Brouwer, T. Rombouts, D.Ryckaert, en nog zovele anderen. Maar ook de beeldhouwkunst, de glasraamkunst, de bouwkunst en literatuur laten zich niet onbetuigd over thema’s als bier en brouwerijen. De familiebrouwerijen zijn voorbeelden van ons cultureel erfgoed dat niet mag verloren gaan.

Tenslotte zijn onze brouwkunst en bieren in het buitenland gekend als topkwaliteit en zijn wij winnaars van talrijke prijzen van bierwedstrijden overal in de wereld. 

 

7 Met de Europese normen is het risiko heel groot dat de kleinere of beginnende brouwers in problemen komen. Een optisch flessenkontroleertoestel kost al gauw 200 000 €uro. Dit is slechts een voorbeeld van wat Europa de brouwers kan opleggen. U kent waarschijnlijk nog andere voorbeelden ? 

Inderdaad Europa zal in de toekomst nog strengere voorwaarden opleggen aan de voedings- en drankenindustrie. Zeker op alcoholische dranken. Gelukkig wordt het alcoholgehalte in bieren bekomen door een natuurlijke gisting van suikers van zetmeel van mout. Distillatie en rectificatie om het alcoholgehalte te verhogen worden niet toegepast in onze brouwerijen.Maar voor bieren met hoog alcoholgehalte zullen er misschien wel beperkingen opgelegd worden.

De Europese Gemeenschap begrijpt zeer goed dat de KMO’s in Europa zeer belangrijk zijn en in vele landen een groot gedeelte van BBP innemen. In onze industrie is “ Quality assurance” belangrijk en noodzakelijk. Electronische uitlichters voor gewassen flessen, vulhoogte controle voor de inhoud van de afgevulde flessen, uitlichters voor afgevulde flessen en voor het aantal flessen in de kratten, enz. zullen niet het einde zijn van de opgelegde normen. Financieel kan dit zwaar zijn voor de kleinere brouwerijen.

Maar heden zijn er al brouwerijen die zelf geen bieren op de markt brengen, die brouwen en afvullen voor derden. Naast de Proefbrouwerij in Lochristi is er ook de brouwerij Anders Brouwen in Halen. Deze brouwerijen kunnen een tijdelijke oplossing zijn voor potentiële brouwers tot hun volume verkocht bier een aanvaardbare ROI verantwoordt om de investering te verrechtvaardigen.

 

8 Bij de USANEN is Belgisch Bier momenteel zéér populair. Zo populair dat ze onze Bieren beginnen te klonen. Wat denkt u van deze evolutie ?

Dat de brouwers in de VS onze bieren “ klonen “ betekent in de eerste plaats dat onze bieren goed zijn, anders zouden ze het zeker niet doen. Maar zijn de Belgische brouwers zo heilig !! Hoeveel Belgische Ales en Dortbieren zijn er niet gebrouwen, copies van Deense bieren waren er niet zoveel maar er waren er. Op een zeker ogenblik waren er in de

Benelux 61 Witbieren op de markt. Succesbieren hebben altijd navolging. Abdijbieren ten opzichte van de Trappistbieren hebben er voor gezorgd dat beide soorten bier elk een specifiek label hebben gekregen.

Heden zijn er ook enkele zware blonde hergiste bieren op de markt, vele onder hen zijn meer dan een knipoog naar het eerste en nog altijd meest succesvolle. Natuurlijk de Amerikanen moeten eerlijk blijven en  minstens de tekst “Belgian Style “ vermelden. Bieren die succes kennen na-brouwen is des mensens en zal helaas altijd gebeuren.

9 Dort, Deense Pils, Engelse Bieren kenden destijds een groter succes in België dan nu. Waaraan kan dat liggen ? Is de Belg dan toch een chauvinist ? 

Of de Belgen chauvinistisch zijn omdat er nu praktisch geen Engelse Ales, Dorten en minder Deens bier  op de markt zijn is heel normaal. Een bier maakt een doorbraak, dit bier krijgt concurrentie, de Belgische brouwers brouwen eigen versies van het bier in kwestie. Na enkele jaren is de hype voorbij en blijven enkel de sterkste of origineelste bieren over zoals voor de Ales, Martin’s Pale Ale, voor Deense is er nog  Carlsberg, voor de Witbieren hoofdzakelijk Hoegaarden en wat blijft er nog op de markt van de alcoholvrije of alcoholarme bieren over, bitter weinig.

Lite of Lightbieren hebben introducties gekend, bieren zonder alcohol met een lichte fruitsmaak deden hun intrede samen met lichtere en zwaardere Pilsen. Technisch zijn de meeste van die bieren perfect, over de smaken kan men vooroordelen hebben maar succesvol zullen de verkoopscijfers heden niet zijn.

Totaal nieuwe bierstijlen creëren is niet zo gemakkelijk.  De meeste “ nieuwe “ bieren vandaag op de markt zijn aanpassingen aan bieren op de markt die vlot afzet vinden.

De Belgische Pils is wat smaken betreft nogal eenzijdig geworden, weinig merken springen eruit op gebied van organoleptische eigenschappen. Het is alsof ze elkaar besnuffelen, technisch wel zonder fouten maar pover in bitterheid. Het bier voor de “ heavy users “ is het bier geworden voor de modale bierdrinker.

10 Welk is uw « onvergetelijkste » Bierherinnering ? 

Onvergetelijke bierbelevenissen zijn er zeker geweest. Ik denk dan aan het feest in de Brouwerij Maes in Waarloos op 15 april 1975 bij onze 1 miljoenste hectoliter Maes Pils. In 1962 toen ik er begon was de verkoop van onze pils minder dan één vijfde van de verkoop in 1975.

Eveneens het feest in de brouwerij op 6 september 1980 bij de honderste verjaardag van de Brouwerij Maes in Waarloos. Het waren grandiose vieringen, onze hal van 13 000 m² was omgetoverd tot een sfeervolle showzaal met reuzenpodium, met verschillende bierstands en een restaurant. Non-stop attracties en een dansorkest zorgden voor de nodige ambiance.

Een ander hoogtepunt was mijn studiereis naar Japan samen met mijn vorige baas, Herman De Nayer. Op een drietal weken bezochten wij een 11-tal brouwerijen van de grote concerns. In het begin van de tachtigerjaren van vorige eeuw, steeg de biermarkt in Japan geweldig, verdubbeling van het volume op twintig jaar. Acht van de brouwerijen die we bezochten waren dan ook nagelnieuw gebouwd met een zeer hoge graad van automatisatie,  prachtig ingeplant in de natuur.

Brouwerijen gebouwd in laag-bouw stijl met de verschillende afdelingen los van elkaar dit om het gevaar veroorzaakt door aardbevingen te beperken. De gebouwen weerstonden aan de magnitude 8 op de Richterschaal.

 

UW VRAAG

Welke vraag had u graag gehad dat ik zou hebben gesteld ?

Dus: uw vraag & uw antwoord ?

 

De Belgische brouwers zouden meer moeten samenwerken. Ik bedoel samen de grote problemen die op ons afkomen ernstig nemen en actief er mee bezig zijn, met vaste doelstellingen.

Mijn vraag is dan: wat gaan we doen aan onze ecologische voetafdruk( ha/persoon ) ?

Voor de huidige wereldbevolking is er maar 2,1 ha/persoon beschikbaar en wij zitten nu al op 2,8 ha, dus ruim erover. België scoort nog slechter met 5,1 ha. Dus er is nog een zeer grote inspanning nodig om dit cijfer min of meer aanvaardbaar te maken.

We kunnen dat maar doen met maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Iedereen kent de zwakke punten ; de opwarming van de aarde met als gevolg de klimaatsverandering, gebruik van fossiele brandstoffen, onverantwoord gebruik van onze schaarse natuurlijke grondstoffen.

Wat moeten we dan doen?

  •  Zorgvuldig omgaan met water, lucht en bodem.
  •  Afval moet meer en meer een nieuwe grondstof worden; van ”cradle to cradle” en/of zero afval.  
  • Naar 100% hernieuwbare energie streven. Verminderen, hergebruiken en/of recycleren van grondstoffen. Wat kunnen brouwerijen doen?

Laten we de logistiek van het productieproces bekijken: gerst gaat na de oogst naar coöperatieven en vandaar naar de mouterijen. De mouten worden dan naar de brouwerijen verscheept waar wort wordt gebrouwen en nadien vergist tot bier dat na conditionering via depots of/en bierhandelaars naar de café’s gaat of in de off-trade naar de centrales van de distributiemaatschappijen om zo in de verschillende verkoopspunten ( winkels ) te belanden. Voor de bijna 60% export is de cyclus ongeveer identiek behalve voor de verkoop overzee. Een lange keten met vele stops.

           Wat dan?

  • Brouwen met gerst in plaats van met mout zou winst opleveren op logistiek gebied, één of twee stappen minder in de logistieke keten.
  • Enzymatische reacties zijn dan wel noodzakelijk. Onderzoek wordt hier verricht en proeven zouden hoopvolle resultaten geven, zelfs als we rekening houden dat 1kg enzymen 10kg koolzuur genereert.
  • High gravity brewing is bij vele brouwerijen standaard. De toepassing van deze technologie levert energieverbeteringen van 30% water, 30% elektriciteit, 30% stoom. Voegt daar nog een winst van 1% freinte en 1% in personeel. Dit zijn cijfers voor bestaande brouwerijen die overgaan op een investering in high gravity brewing. Verkorten van het productieproces. Hier is al veel onderzoek gebeurd.
  • Het continu-brouwen is nog niet ingeburgerd. Toch zijn er brouwerijen die delen van het proces in tijdsduur hebben verminderd. Door de techniek van de geïmmobiliseerde gistcellen vooral dan in lager- of rijpingsfase. Of ook door na de gisting in lijn te chillen tot minus 2,5°, stabiliseren met PVPP   gedurende 30 minuten, centrifugeren en crossflowfiltratie.Brouwerijen die een eigen mouterij hebben kunnen energiebesparend werken met een WKK ( warmte-kracht-koppeling ) installatie.
  • Brau Topia – the world’s best beer flavourings- biedt oplossingen voor brouwerijen die één standaardwort brouwen en dan met dit wort een tiental soorten bier “ maken “. 
  • Vertrekkend met een “ new green field brewery “ geeft meer mogelijkheden.
  • Draf nu afval voor de veestapel kan ook als energie gebruikt worden, door drogen en verhitten van draf kan elektriciteit en stoom bekomen worden.
  • Bio-energie van de bio-massa van afval, trub, spoelwater van filters, gist, afvalwater kan bruikbaar bio-gas opleveren.
  • Zonnepanelen en windmolens om elektriciteit te produceren zijn in en worden overal geplaatst ook in brouwerijen. Zeker een stap in de goede richting van groene energie. Maar ik denk dat de nieuwe generatie van cellen ( nanotechnologie en enzymatisch altijddurende reacties ) beter zullen zijn dan de huidige. Het Co² neutraal maken van de huidige generatie materialen van zonnecellen en onderdelen van windmolens zal de ecologische voetafdruk negatief beïnvloeden.
  • Energie management via Iso 14001 kan de efficiëntie van het energie verbruik optimaliseren en vooral de fouten detecteren. Goed onderhoud kan er voor zorgen dat motoren, pompen, de koeling, de verwarming en de verlichting optimum werken. Besparing van warmte van brouw-en-kookketels en koeling kan genoeg water produceren voor al de brouw-en kuis benodigheden. Hygiëne in brouwerijen zou zo moeten zijn dat flashpasteurisatie voldoende is en de dure tunnelpasteurisatie kan vervange worden. Belgische brouwers exporteren 60% van hun productie, gelukkig het grootste gedeelte naar onze buurlanden. Is het nog verantwoord om bieren ( 80 à 85 % water ) de oceanen over te sturen?  (n.v.d.r. Haalt Michel Moortgat reeds zijn gelijk door zijn recentste aankoop in Usanenland en de “drink local” slogan van alle Usaanse brouwers ?)  

Als de brouwers leden van onze federatie plannen zouden ontwikkelen in verband met het verbeteren van onze ecologische voetafdruk en de buitenwereld hiervan kennis krijgt via een slogan op de bierverpakkingen dan zou dit al een positieve stap in de goede richting zijn vooral sociaal-maatschappelijk is dit belangrijk voor iedereen die  bier lief heeft. 

Natuurlijk moeten wij onze basistroeven, besproken in vraag zes  niet uit het oog verliezen.            

 

Bron: Chris Bauweraerts, Bierpassie Magazine 62