“The Golden Boy OR The Baldwin of the brewers? That’s THE question!”

“The Golden Boy OR  The Baldwin of the brewers? That’s THE question!”

Beste lezer, deze twee héél korte slagzinnen heb ik ooit vernomen over Michel Moortgat.
Michel Moortgat de “Golden Boy” en ook: Michel Moortgat “de Boudewijn van de brouwers”… Wat mij betreft kloppen beide omschrijvingen en om deze te begrijpen dient men een 15-tal jaren terug te gaan.

In die tijd beëindigde Michel zijn studies aan de Vlerick Leuven-Gent management school te Gent. Michel was toen in mei 24 geworden en hij wenste in een ander bedrijf dan het familiebedrijf aan de slag te gaan. Hij dacht alzo wat ervaring op te doen buiten het familiaal “cocon”. 
Vader Leon, een van de twee bedrijfsleiders binnen de brouwerij, zag dit anders en zei aan Michel dat hij beter onmiddellijk binnen de familiale brouwerij in dienst zou treden. Dit gebeurde zo en Michel mocht alzo onder het toeziend oog en de begeleiding van vader Leon zijn eerste beroepservaring opdoen binnen brouwerij Moortgat.
Jammer genoeg duurde deze gelukkige situatie héél kort. Vader Leon kreeg een ernstige ziekte en overleed nog geen jaar na de indiensttreding van Michel. 
Alzo kwam Michel op 24-jarige leeftijd aan de leiding van deze brouwerij. Een Brusselse bierhandelaar die Michel goed leek te kennen gaf deze uit sympathie de bijnaam van de « Boudewijn van de brouwers ». Hierbij werd verwezen naar onze vorst die ook op zeer jeugdige leeftijd op de Belgische troon terecht kwam.
Het verstand komt met de jaren, maar bij Michel duurden de jaren een paar maanden. Hij had héél vlug een duidelijke kijk hoe het verder moest met de brouwerij en begreep vrij snel dat een familiale verankering met veel familieleden, van het goede te veel was. Michel kreeg het dan ook zover dat een groot deel van zijn familie hun belangen in de brouwerij, mits een aanzienlijke vergoeding, aan hemzelf en zijn twee broers: Philippe en Bernard verkochten. De familiale beslissingsstructuur werd alzo eenvoudiger. 
Nieuwe financiële middelen werden via een beursgang aangeboord en zeer efficiënt aangewend. 
Van brouwerij Moortgat met een “Duvelse” monocultuur evolueerde de brouwerij naar de groep “Duvel-Moortgat”. Deze groep omvat nu:

    Brouwerij DUVEL-MOORTGAT in de oervestiging te Breendonk/Puurs.
    Brewery OMMEGANG gevestigd te Cooperstown, NY / USA.
    Brasserie d’Achouffe, gelegen te Achouffe/Wibrin.
    Brouwerij Liefmans, gelegen te Oudenaarde.
    Een 50% belang in de Tchechische brouwerij & mouterij Bernard.

Bij veel brouwerijen nijpt het schoentje wanneer het om distributie gaat. Michel Moortgat en zijn staf hebben dit reeds geruime tijd ingezien en hebben er voor gezorgd dat ze een sterkere controle hebben verworven van hun distributie in de nabije landen: België, Nederland en Frankrijk.

Het filiaal DUVEL-USA is eveneens een strategisch belangrijke zet. De VS bezitten een héél groot groeipotentieel voor de Belgische brouwers. Het is een goede zet om dit groeipotentieel in eigen handen te hebben. 
Een Amerikaanse invoerder heeft als “guideline” om zijn aankoopprijs + taks + vervoer + vertegenwoordigingsonkosten + advertentiekosten, en mogelijk nog andere onkosten, te verrekenen in de aankoopprijs van het bier en nadien gewoon te verdubbelen! 

Toen Michel aan de leiding van DUVEL-MOORTGAT kwam was de jaarproductie van de brouwerij een goede 200 000 HL. Dit jaar zal dit cijfer voor de groep boven de 500 000 HL zijn. 
Zulke resultaten haalt Michel Moortgat niet alleen, hij heeft zich omringd door zeer bekwame mensen met een visie.
Verleden jaar werd een moderne brouwzaal in gebruik genomen die, indien nodig, een jaarproductie aankan van 1 000 000 HL… 
Grootheidswaanzin is er niet binnen de groep. Ze zijn realistisch genoeg om in te zien dat ze 1000 maal kleiner zijn dan de grootste biergroep ter wereld.

Wel is het zo dat ze groot genoeg zijn om de zaken degelijk aan te pakken en dat ze binnen de groep bieren in huis hebben met nog héél veel groeipotentieel.


Er wordt een Biertombola georganiseerd. Alle Bieren die er bestaan zijn te winnen. Je hebt 5 lotjes gekocht en alle loten zijn winnend. Welke 5 Bieren zou je graag willen winnen?

Uit mijn eigen merken en in willekeurige volgorde:
    DUVEL, omdat ik het echt graag drink. Dit Bier heeft aangename aroma’s, een bitterige afdronk en een verfrissende afdronk.
    VEDETT BLOND, ergens ben ik blij dat wij dit Bier in ons aanbod hebben. Zo hoef ik niet altijd DUVEL te drinken. Het recept van VEDETT werd trouwens in 2004 aangepast.
    HOUBLON-CHOUFFE… wat een Bier. Het heeft een zeer sterke bitterheid en het is desondanks toch in evenwicht. Ik heb met dit Bier bittere Bieren leren te waarderen. De HOUBLON-CHOUFFE heeft Duvel-Moortgat geïnspireerd tot het brouwen van “Tripel Hop”. Ik herhaal het, HOUBLON-CHOUFFE is uitermate in balans.
    LIEFMANS GOUDENBAND is veruit mijn favoriet onder de Liefmans Bieren.
    OMMEGANG 3 PHILOSOPHERS heeft dan van de OMMEGANG Bieren mijn voorkeur.

Van de collega’s lust ik de volgende Bieren wel:

    ORVAL.
    FARO in café “Mort-Subite”.
    Een vers getapt « Bolleke DE KONINCK ».


Michael JACKSON, Pierre CELIS, en OBP liggen aan de basis van de heropstanding en de erkenning van het Belgisch speciaalBier. Welke journalist, welke brouwer, welke Biervereniging ziet u deze fakkel overnemen en waarom deze personen of verenigingen? …

Michael Jackson heeft inderdaad wel echt iets betekend in de wereld van het Bier… héél veel zelfs. 
In België is het zonder twijfel Ben Vinken die de fakkel van Michael Jackson heeft overgenomen en in de USA is dit eerder Garrett Oliver welke door Ben Vinken reeds werd uitgenodigd als gastspreker tijdens het BPW.
Er zijn natuurlijk nog veel andere journalisten die wereldwijd artikels wijden aan Bier en deze laten verschijnen in kranten, magazines, boeken…
Bier drinken en de erkenning ervan blijft een subjectief gegeven. 
Enerzijds is het zeer goed dat er mensen zijn die pleiten voor de authentieke speciale Bieren.
Anderzijds hebben andere mensen te weinig kennis van Bier en vertellen ze om het even wat. Het stoort mij mateloos dat Bierliefhebbers & Bierverenigingen geneigd zijn om zich negatief op te stellen ten opzichte van succesvolle en/of grotere brouwerijen.

Hoe groter een brouwerij is hoe meer middelen ze kan aanwenden om de zaken degelijk uit te voeren of te ontwikkelen.
Sinds 1993 steunt Br. Duvel-Moortgat een doctoraatsthesis waarvan de publicaties geïnteresseerde brouwerijen verder kunnen helpen in hun R&D en waaruit nieuwe brouwtechnieken kunnen voortvloeien. 
Zo hebben wij bij de realisatie van onze nieuwe brouwzaal rekening kunnen houden met de ontdekking dat “ de thermische belasting in een brouwzaal off-flavors kan geven aan Bier ”.
Dus een grote brouwerij kan meer middelen aanwenden en dit doet zeker geen afbreuk aan de kwaliteit van het Bier.


Bier & wijn… Ik vind beiden lekker, elk op zijn tijd. Maar daarom moet de Biercultuur de wijncultuur niet achternalopen.. Of wel? ….

De wijncultuur is er in geslaagd om van een vrij eenvoudig product, gegist druivensap, een groot productimago op te bouwen.
Wijn geniet van vele positieve imago’s:
    Kwalitief imago.
    Natuur imago (het is een landbouwproduct). 
    Gezond imago.
    Geraffineerd imago.
    En voor sommige wijnen een exclusief imago.

Bier moet ook deze weg op: het is ook natuurlijk, ook een landbouwproduct, en ook gezond. In bier wordt hop toegevoegd welke een gezonde invloed heeft en het element hop is niet aanwezig in wijn.
Daarenboven is bier nog moeilijker te maken dan wijn!

Wijn heeft ook nog voor zich dat de wijnliefhebbers meer enthousiasme hebben voor hun geliefkoosde drank en deze drank meer door dik en dun steunen.

Wijn scoort een punt door de aanwezigheid van tannine. Dit is ook een gezondmakend element dat dan in bier niet voorkomt.

4a
 In de brouwerswereld heb je de produktiemensen die achter de schermen héél belangrijk werk verrichten. Kent u zo iemand die het verdient om, bij deze, in het daglicht te worden gesteld en waarom verdient deze persoon uw erkenning? …

Bij deze gelegenheid wens ik vooreerst hulde te brengen aan mijn oom Emile Moortgat, de broer van mijn vader. Mijn oom Emile pastte op nauwgezette wijze de kwaliteit-voor-alles bedrijfsfilosofie toe, dat de brouwerij, sinds haar ontstaan in 1871, hanteert. 
Inderdaad, sinds het ontstaan van de brouwerij werd van generatie tot generatie het besef overgedragen dat kwaliteit de sleutelfactor is die tot success moet leiden.
Het is met deze overtuiging dat de brouwerij steeds samenwerking heeft gezocht met kwaliteitsmensen van de brouwerijafdeling van de K.U.L. De queeste naar gepast advies bij de juiste personen gaat terug tot 100 jaar geleden bij professor Biourge. Nadien gingen mijn voorgangers ten rade bij professor Jean de Clerck.
De man die DUVEL heeft gemaakt was dus Emile Moortgat. Deze is jammer genoeg niet voldoende gekend. Hij was een brouwer-wetenschapper die steeds de reinheid en de exactheid nastreefde. Emile Moortgat deed in zijn tijd beroep op de best beschikbare technische middelen.
Later heeft Emile Moortgat zijn kwaliteits -normen en -idealen doorgegeven aan Fons Van Regenmortel.
Hedwig Neven is hedendaags de productie- en vooral de kwaliteitsverantwoordelijke van de groep Duvel-Moortgat. Hedwig Neven reken ik tot de 5 beste brouwers ter wereld. Hij heeft heel veel wetenschappelijk inzicht en toch heeft hij voldoende kijk op de gang van zaken om geen wereldvreemde professor te zijn.

4b
Wie “A” zegt moet “B” zeggen, dus heb je in de brouwerswereld “marketingmensen” en/of “verkoopsmensen” die op een geniale wijze van een Bier een bestseller weten te maken. Kent u zo iemand of een team die het verdient om, bij deze, in het daglicht te worden gesteld en waarom verdient deze persoon uw erkenning? …

Ben Gevaert en zijn medewerkers hebben het heel goed gedaan. Hun motto was: ‘s morgens het bureelwerk en ‘s namiddags de baan op. Alzo plaatsten ze de DUVEL waar het hoorde te zijn: in de café’s. Velen onder hen deden dit met zoveel overtuiging en enthousiasme dat ze tot laat in de nacht verder deden.

In het buitenland mag ik vaststellen dat er nog geniale Biermarketingmensen zijn zoals:

    Pete Slosberg de oprichter van van Pete’s Wicked Ale.
    Jim Koch, de oprichter van Samuel Adams. 
    Lord Karan Bilimoria de stichter van “Cobra Beer”. Deze Indische Engelsman bracht in 1989 een Bier op de markt voor de Indiërs. Cobra past bij Indisch eten … 
Deze personen hebben ook Bieren in de markt gebracht waarvan de verkoopvolumes heel snel honderdduizenden HL haalden. Persoonlijk ken ik deze personen niet, maar dit belet mij niet om een grote bewondering te hebben voor de wijze hoe ze en nieuw bier in de markt weten te brengen met daarenboven een aanzienlijke verkoop in volumes.


Het is een “must” dat elk Belgisch Biercafé dat zich respecteert een aparte lijst heeft voor de TrappistBieren. Wat vindt u hiervan? …

Dit is perfect voor de Trappisten. Zij genieten van de gemakkelijkheid dat ze een klein omschreven groep van Bieren vormen.
De trappistenBieren stellen echter de top van de Bierijsberg voor. Onze café’s en restaurants mogen toch ook wat meer aandacht opbrengen voor de andere Bieren en er ook een kaart van maken.
Naast de whiskykaart, de theekaart, de koffiekaart moet een « andere Bierenkaart » toch ook kunnen? 


Is de slogan “België Bierland” overroepen of terecht? …

Absoluut terecht. Het is een groot geluk voor België en voor de mensheid dat dit land haar eeuwenoud bierpatrimonium heeft kunnen bewaren. Het gevaar schuilt er in dat een aantal bierstijlen verdwijnen omwille van het veranderend waarderingsvermogen van de konsument. Deze laatste is eerder geneigd om gemakkelijke smaken te waarderen. Dank zij Inbev kent België nu ook als zaakvoerend bierland wereldbekendheid en erkenning.
de Belgische brouwkunst bekomt nog meer erkenning omdat in het buitenland de Belgische bierstijlen worden gekopiëerd.


Met de Europese normen is het risiko heel groot dat de kleinere of beginnende brouwers in problemen komen. Een optisch flessenkontroleertoestel kost al gauw 200 000 Euro. Dit is slechts een voorbeeld van wat Europa de brouwers kan opleggen. U kent waarschijnlijk nog andere voorbeelden? …

Wij leven te veel in een betuttelende maatschappij die de mens op een overdreven wijze wenst te beschermen tegen alles en nog wat. Een doctor vertelde mij eens dat de westerse wereld een overvloed aan hygiëne kent, waardoor de westerlingen hun immuniteitssysteem kwijt aan het geraken zijn. De normen zouden niet al te strict moeten zijn en tenslotte zou men toch de konsument moeten laten kiezen in wat hij goed vindt voor hem of niet.

Anderzijds is het normaal dat er meer en meer aandacht moet worden besteed aan hygiënische- en kwaliteitsnormen. Ik ken ook brouwerijen waarvan de veiligheid en de hygiëne ver te zoeken zijn.
De installatie van een brouwerij “up to date” houden vergt veel kapitaal, heel veel kapitaal. Er zijn inderdaad micro-brouwerijen te koop aan een schappelijke prijs. Maar een flessen- en vatenproducerende brouwerij stelt toch nog een andere investering voor dan een brouwkroeg. 
Binnen Europa stelt de Belgische brouwerstraditie weinig voor en daar schuilt toch gevaar in voor sommige speciale Biertypes die sommige Belgische brouwerijen van oudsher produceren.


Bij de USANEN is Belgisch bier momenteel zéér populair. Zo populair dat ze onze bieren beginnen te clonen. Wat denkt u van deze evolutie? …

Het is een vorm van eerbied en respect en het is trouwens een positieve evolutie die ons er toe moet aanzetten om te evolueren en niet bij de pakken te blijven zitten.
Indien wij, Belgische brouwers, het roer van de evolutie niet in handen nemen, dan zullen de USANEN het wel doen. Het gezegde dat de leerling zijn meester overtreft zou hier wel eens van toepassing kunnen zijn.
Kijk naar de Japanse auto’s, deze zijn nu veiliger, zuiniger, betrouwbaarder en technologisch de top dan in vergelijking met wat de Amerikaanse autoindustrie nu voortbrengt.
Een kwarteeuw geleden werd minachtend gekeken naar een Japanse auto. Maar de gedrevenheid van de Japanse autoindustrie en haar wil tot perfectie heeft haar Amerikaanse concurrenten in de touwen geduwd.
De Amerikaanse autoindustrie heeft zich te langzaam aangepast. Hetzelfde staat de Belgische brouwers te wachten indien ze blijven denken dat de USANEN geen bier kunnen brouwen. 
Goed bier brouwen kunnen de Amerikanen wel, en ze kunnen het nog verkopen ook!
Je kan dus als Belgische brouwer beter meestappen in deze beweging dan ertegen in te gaan. (n.v.d.r.: om dezelfde redenen die Michel Moortgat aanhaalt, opende Pierre Celis begin jaren ’90 de allereerste belgische brouwerij uit de Usaanse geschiedenis in Austin, Texas).

Ik beschouw het Ommegang assortiment als een ideale aanvulling aan de Duvel-Maredsous-Liefmans-Chouffe Bieren.
Onze Amerikaanse dochter maakt de denkbeeldige bierkloof voor de amerikaanse bierliefhebber kleiner. “Ommegang Beers are brewed by Americans and inspired by Belgians”. Deze gang van zaken stelt ons in staat om eigen Amerikaans speciaalbier aan een iets betaalbaardere prijs naast onze authentieke bieren uit België op de markt te brengen.
De complementariteit België / USA is dus binnen onze groep heel groot. Hoe meer OMMEGANG Bier er wordt verkocht hoe meer Duvel-Maredsous-Liefmans-Chouffe.

Tot slot, het “Belgium Comes to Cooperstown” Bierfeest moet als een voorloper worden beschouwd van de convergentie tussen de Amerikaanse en de Belgische Bierwereld.(nvdr dit heeft elk jaar plaats rond half juli)


Dort, Deense Pils, Engelse Bieren kenden destijds een groter succes in België dan nu. Waaraan kan dat liggen? Is de Belg dan toch een chauvinist? ….

Dit heeft volgens mij vooral te maken met de vooruitgang van de kwaliteit van het Belgisch bier. Daarnaast wil een bepaald gedeelte van de bevolking zich onderscheidend opstellen en kiezen ze voor zulke produkten.
De kwaliteit moet er wel zijn, want anders blijft het liedje niet lang duren. De trendy Mexicaanse bieren hadden toch iets van een komeet.
Algemeen gezien is een Belg uiteraard geen chauvinist. Wij brouwers hebben het geluk om in een sector actief te zijn waarin de Belg toch nog ietwat chauvinist is. Maar het stoort mij dat wie succes heeft in België door de landgenoten steeds wordt gefnuikt.

10
 Welk is uw “onvergetelijkste” Bierherinnering? …

Wel, ik heb er geen en veel:
    Ik kan immens genieten van een goed glas bier met een goed gezelschap.
    Na het werk heb ik heel veel voldoening en geniet ik ten zeerste om met mijn mensen een goed glas bier te drinken. Dit zijn voor mij kostbare ogenblikken.
    Op vakantie een mooie zonsondergang met een goed glas bier.
    De voldaanheid na een sportprestatie met een lekker glas bier.

Op zulke momenten maakt het gezelschap meer uit dan dan het type bier dat ik aan het drinken ben. 

“Het consumeren van bier kan een moment goed maken…”

Een zaak vind ik jammer en dat is dat vader en moeder er niet meer zijn om te zien wat hun drie zonen, Philippe, Bernard en ikzelf er van gemaakt hebben.

+1 
Welke vraag had u graag gehad dat ik zou hebben gesteld? 
Dus: uw vraag & uw antwoord?

Heb je altijd brouwer willen worden?

NEEN! … (stilte…)

Ter verduidelijking: van kindsbeen af ben ik opgegroeid met bier. Alle gesprekken thuis aan tafel gingen over bier en de brouwerij.
Nooit heb ik voor mezelf uitgemaakt dat ik brouwer zou worden… En nu kan ik zeggen dat ik gelukkig ben en dat dit bovendien voor mij het mooiste beroep ter wereld is.
Het is een fascinerend beroep want:
Een brouwerij begint met grondstoffen, eindigt met een product en is met consumenten bezig.
Het bier ligt bij de mensen nauw aan het hart, het laat ze niet onverschillig en het maakt deel uit van het sociaal leven en van hun dagelijkse gewoontes.

Zaken doen & bier is echter niet gemakkelijk en het wordt met de dag complexer omwille van het dalend bierverbruik en de toenemende anti-alcohol politiek in heel de wereld.
Ondanks deze problemen en bekommernissen blijft de brouwerijwereld een mooie sector waar de concurrenten samen nog een lekkere pint drinken.

Bron: Ben Vinken, BierPassiemagazine 2009, nr. 41