Aan de basis van de Jacobins Gueuze ligt het wort, gebrouwen van tarwe en gerstemout.
Dit op het koelschip afgekoelde wort ondergaat een spontane gisting op eikenhouten vaten.
Tijdens deze gisting treedt een belangrijke smaakevolutie op. Anderhalf tot twee jaar later bekomt men uiteindelijk de lambic.
Deze lambic wordt versneden met jongere lambic om te komen tot de Jacobins Gueuze. Met zijn licht amberkleur en zijn ronde zoetzure smaakweet hij de echte Gueuze-liefhebber te bekoren.