Floreffe, Hopus en Barbar: De familie Lefebvre zet door!

Floreffe, Hopus en Barbar: De familie Lefebvre zet door!

Het is altijd wat nieuws ontdekken als je de brouwerij Lefebvre bezoekt in het Waals-Brabantse plaatsje Quenast, gekend voor zijn grote steengroeven ( de befaamde “blauwe steen”) De brouwerij is in volle expansie nu de kinderen van Philippe en Ann Lefebvre de zaak runnen. Bierpassie had een boeiend gesprek met hen.

 

Floreffe forever

Al dertig jaar werkt de familie Lefebvre samen met de abdij van Floreffe. Vader Philippe sloot het licentiecontract nog af, voorheen was het in handen van brouwerij Het Anker uit Mechelen. Deze brouwde vijftien jaar de drie bieren Double, Triple en Prima Melior, later, in 1991, kwam daar een Blonde bij, maar nu gebrouwen bij Lefebvre. In de abdij zijn geen Norbertijnen meer, maar er is sedert 1819 een internaat gevestigd, dat vandaag nog altijd bestaat. Ik bezocht het samen met Paul-Emile Lefebvre en het leek wel een scene uit een Harry Potter-film, met al dat jong geweld in die oude, geklasseerde gebouwen. We verwijlden ook even in de imposante abdijkerk, waar veel kosten aan zijn, maar die ooit een van de grootste en luisterrijkste abdijkerken moet geweest zijn. Gelukkig voor de bierliefhebbers is er in de oude Molen een brasserie gevestigd, waar je de vier Floreffe’s kan degusteren, nu in hun nieuwe outfit. Fles, etiketten en bak werden vernieuwd, vooral de fles valt op: het is dezelfde als die waarin Hopus zit, dus ook met een beugelsluiting. Deze beugel werd uitgevonden door ene Carl Dietrich, in 1875, en zou een groot succes kennen, niet alleen voor drankflessen maar ook voor conservenpotten. Deze sluiting verdween wat van het toneel door de uitvinding van de kroonkurk, hoewel het pilsmerk Grolsch er nog steeds bij zweert. Ook in Wallonië worden er nog heel wat bieren met beugel afgesloten: Caulier, Quintine, Hopus, Barbar…en nu ook Floreffe. Zij het enkel voor de thuismarkt, Nederland en Frankrijk, zeg maar de gewaarborgde markt. Voor de overige export gebruikt men de bekende steini-fles met kroonkurk, en dit vooral om prijscompetitief te blijven met de andere aanbieders. Floreffe is nu het enige abdijbier met beugel of “bouchon mechanique”.

Het bier zelf proefden we al meerdere malen in onze proefpanels. De Blonde Floreffe (6,3 vol%alc)staat goed zijn mannetje in zijn segment, zeer fruitig met toetsen van kruidnagel, zoethout en bittere sinaasappelschil. Een fris bier met een droge afdronk, te wijten aan het feit dat hij ongefilterd is. Idem dito voor de Double, dit bruine bier van 6,3 vol%alc is niet zoet, maar eerder kruidig en droogbitter.
De Triple is mijn favoriet, met heel veel karakter: volmondig, maar tegelijk ook wat zurig en dus heel fris. Het is een vlot doordrinkbare tripel met vrij korte afdronk.
De Prima Melior haalt dikwijls hoge punten in proefpanels, o.m. Het Nieuwsblad en Bier! waren in de wolken van dit bier, duidelijk familie van de Dubbel, maar met meer zoethout en alcohol ( 7,5 vol%alc). Zowel de Triple als de Prima Melior zijn ongefilterd en hergist op fles.

Hopus Primeur: second edition

Naar goede gewoonte, en voor de tweede maal, kunnen de bierliefhebbers vanaf maart terug de Hopus Primeur proeven, een klassieke Hopus maar nu gebrouwen met zes verschillende hopsoorten, waarvan er één gebruikt werd in dry hopping.
De 850 hl die vorig jaar werd geproduceerd was meteen uitverkocht. Nu wordt er 50% meer geproduceerd. En wij konden tijdens de afgelopen horecabeurs in Gent de twee proefbrouwsels proeven, Jules en Auguste. Een kleine meerderheid (waaronder uw dienaar) koos voor Auguste, dit proefbier had iets minder uitgesproken strakke hop en meer balans, zodat dit het bier wordt in de nieuwe Primeur-fles. De klassieke Hopus kreeg ook een aangepast etiket voor zijn vijfde verjaardag.

Barbar, derde pijler in de strategie.

Men vergeet het soms, maar het honingbier Barbar doet het steeds beter en beter, er zijn wel andere honingbieren maar geen enkel wordt gemaakt op de wijze van Barbar, met verse Yucatan-honing in de kookketel.Sinds dit bier ook in de beugelfles zit kon men duidelijk een positieve trend in de verkoopscijfers waarnemen, wat Paul-Emile en Céline inspireerde voor de Floreffe-new look. Bovendien was de nieuwe bottellijn voor deze flessen zulke grote investering dat maar best alle drie de topbieren in beugelfles zouden komen te zitten. En de lijn is wel volautomatisch, maar als de flessen terugkomen en gesloten zijn moet men ze wel met de hand terug openen om ze te kunnen wassen. Omslachtig soms, maar de beugel blijft toch wel een “unique selling proposition”.

Investeringen

Nu we het toch over investeringen hebben, er zijn er wel wat aan de gang in Quenast. Zo is er een nieuw zuiveringsstation in aanbouw en wordt er een nieuwe afvullijn voor de vaten geinstalleerd ( Lefebvre verkoopt 50% van haar bieren op vat). Deze lijn zal toelaten om 180 vaten van 15 liter per uur af te vullen, met de hulp van een robot voor de palettisatie. Er komt een voorraadhal bij van 1400M2 met twee laadkades. En tenslotte zal het oude brouwershuis waar vier generaties Lefebvre woonden volledig heringericht worden als ontvangstcentrum voor klanten. Kostplaatje van heel dit verhaal: vier miljoen euro, men hoopt dit af te ronden tegen 2016, jaar dat de brouwerij 140 jaar bestaat.

De toekomst

Het is duidelijk dat met Paul-Emile en Céline een nieuwe generatie is opgestaan die er voluit voor gaat en investeert in kwaliteit en vooruitgang. En daar ook voor beloond wordt: er werden drie medailles behaald op de Brussels Beer Challenge: Goud voor Barbar Blonde in de categorie honingbieren, en zilver voor Hopus en Floreffe Prima Melior. De kleine Sacha, oudste zoon van Paul-Emile, poseert samen met zijn papa en tante op de foto, hij weet het misschien nog niet, maar ooit zal hij de trotse zevende generatie zijn van dit Waals-Vlaamse brouwersgeslacht. Vive la Belgique! 

Bron: Ben Vinken, Bierpassie Magazine nr. 62