De Cisterciënzerabdij van Orval is opgericht in 1132. Na de Franse revolutie werd ze vernield en van 1926 tot 1948 werd ze weer opgebouwd door de Trappisten. De oprichting van de brouwerij maakte deel uit van de initiatieven die de bouw van de nieuwe abdij moesten bekostigen. Dit in tegenstelling tot andere trappistenbieren, waar het er oorspronkelijk om ging door de arbeid van de monniken in de eigen behoeften te voorzien. De brouwerij vormt een aparte rechtspersoon: de société anonyme Brasserie d'Orval. De aandelen hiervan waren in het bezit van niet-kloosterlingen, die de abdij echter gunstig gezind waren. In de loop der tijden verkochten of schonken ze de aandelen aan de vzw van de abdij. Het duurde tot 1932 voor het eerste bier gebrouwen werd. Leken participeerden niet enkel in het kapitaal, maar werden ook ingeschakeld in het productieproces. De opeenvolgende brouwmeesters zetten hun eigen stempel op het zich ontwikkelende bier. Zo wordt het 'Engelse' karakter toegeschreven aan Jan Van Huele, die aan de kust bieren in Britse stijl produceerde. In de jaren vijftig gingen twee monniken, broeder Dominique en broeder Raphael, de brouwstiel aanleren bij de confraters van Scourmont en kwamen zo in aanraking met bierprofessor Jean De Clerck. Op zijn advies werd de brouwerij heringericht en werden de gistingstanks grondig gereinigd. Het bier verloor hierna echter zijn typische karakter dat het verkreeg door de Brettanomyces-gisten in de aanslag in de tanks. Broeder Dominique moest met monnikengeduld in de brouwerij op zoek om deze wilde gisten te recupereren. In 1994 wees een audit uit dat de productie moest worden opgedreven om de abdij leefbaar te houden. De gemakkelijkste oplossing hiertoe was de productie te verhuizen naar een andere site, maar de monniken vonden dat de brouwerij binnen de muren van de abdij moest blijven. Door investeringen werd de productiecapaciteit opgedreven van 34.000 hectoliter in 1994, over 45.000 hectoliter in 2002, tot 68.000 hectoliter heden. De huidige brouwmeester is Jean-Marie Rock, een gediplomeerd brouwingenieur. Hij begon zijn loopbaan in 1972 bij Palm in Steenhuffel, werkte van 1980 tot 1985 bij Lamot in Mechelen en werkt sinds 1985 bij Orval. In oktober 2013 geeft hij de roerstok door aan een vrouw, Anne-Françoise Pypaert, die reeds meer dan 20 jaar meewerkt aan zijn zijde.
De abdij van Orval kan je niet bezoeken, maar er is wel een abdijwinkeltje waar je het bier en de lekkere Orval-kaas ( een Port Salut) kan kopen. In de nabijgelegen auberge “L’Ange Gardien’ kan je terecht om te proeven en iets te eten. Proef er ook het bier dat de paters zelf drinken “Le Petit Orval’ of Groene Orval, dat wat lichter is.
